Al heel jong heb ik (onbewust) geleerd dat ik dingen beter alleen kan doen, de dingen beter in mijn eentje kan oplossen. Want als je het alleen doet dan word je tenminste niet gekwetst, kunnen anderen je niet zwak vinden omdat je hulp vraagt en als het mis gaat ben jij de enige die het ziet. Toch?

Het was een patroon geworden zonder dat ik het door had. Jarenlang heeft dat patroon ook voor me gewerkt, althans, in mijn beleving. Ik werd natuurlijk vooral bevestigd in het idee dat ik alles beter maar alleen kon doen, zoals dat gaat met overtuigingen die je hebt, daar verzamel je automatisch bewijs voor. En ondertussen voelde ik me vooral ontzettend eenzaam…

Vaak weten we niet welke patronen we onszelf hebben aangeleerd, laat staan waarom. Maar ergens in je leven, vaak al op jonge leeftijd, neem je een besluit om dingen op een bepaalde manier te doen of op een bepaalde manier ergens mee om te gaan. Het is een overlevingsstrategie, iets dat je op dát moment helpt om met een bepaalde situatie om te gaan.

Bij mij is dit ontstaan in mijn tienerjaren, toen ik als jongste van ons gezin alleen met mijn ouders mee verhuisde van een klein dorp naar de grote stad. Alles wat voor mij veilig en vertrouwd was viel in één keer weg. De omgeving werd anders, ons huis werd anders, de school, vriendjes en vriendinnetjes, zelfs ons gezin werd anders: ik bleef eigenlijk als enigst kind over, mijn broer en zussen woonden ineens niet meer thuis. Ook voor mijn ouders veranderde er veel en daarom wilde ik als kind (zoals kinderen dat vaak doen) mijn ouders niet tot last zijn. Terwijl ik het stiekem ontzettend moeilijk had met alle veranderingen. Ik was tenslotte nog maar een meisje van 10 jaar…

En dus nam ik ergens in die tijd het besluit dat ik het wel alleen ging doen. Ik ging mijn eigen veiligheid creëren, probeerde mijn eigen vertrouwde kaders te maken en paste me zo goed en zo kwaad als het ging aan aan mijn omgeving. Maar oh wat was ik ondertussen eenzaam.

Pas een jaar geleden ontdekte ik dat dit mijn patroon was geworden. En dat ik daarmee juist uit verbinding ging met anderen en bovenal uit verbinding ging met mezelf. Juist als het moeilijk werd, als ik me kwetsbaar voelde. Want tsja, dan kun je het meest gekwetst worden.

Tijdens mijn opleiding vorig jaar ontdekte ik ineens mijn trigger. Mijn intentie die dag was: Ik laat mezelf zien. Ondanks de weerstand die ik hierop voelde besloot ik de intentie toch te houden. En niet voor niks.

We deden die dag een bepaalde oefening met de groep en ik kwam er voor mezelf maar niet uit. Ik zat ook nog eens een stukje buiten de groep en dacht: “Laat maar, ik doe het straks wel alleen.” Een bekende reactie voor mij.

En ineens schoot mijn intentie me weer te binnen: mezelf laten zien. Dus ik besloot door de weerstand heen te breken en om hulp te vragen. Voor de hele groep nog wel. En wow, wat heeft dat me enorm veel opgeleverd! Ik kon weer verder, ik kwam in een super positieve flow, ik kon anderen verder helpen en ik kreeg complimenten over de manier waarop ik mezelf had laten zien in de groep!

Dat moment leerde me om juíst om hulp te vragen wanneer ik denk “laat maar”. Het is mijn trigger geworden om bewust ander gedrag in te zetten dan dat ik gewend ben om te doen in zo’n situatie. En dit is waar échte transformatie plaatsvindt.

Want op een gegeven moment ontdek je dat een patroon juist tegen je werkt, dat het je meer kost dan dat het je oplevert. Je ontdekt de trigger die je aanzet tot bepaald gedrag. En de kunst is om ruimte te creëren tussen de trigger en je eigen reactie. Ruimte om bewust een keuze te maken. Ga ik doen wat ik altijd deed (en krijg je wat je altijd kreeg) of kies ik voor iets anders?

Ik kies er steeds vaker voor om hulp te vragen en dingen samen te doen, waardoor ik zoveel meer verbinding heb, óók met mezelf.

Wat is jouw trigger? En wat ga jij anders doen?